De laatste tocht van een diep betreurd priester
Tragisch ongeval in Heesch
Maandagavond 16 april 1934. Het is donker, het regent en stormt en er hangen ook onweersbuien boven de rijksweg van Nijmegen – Den Bosch bij Heesch. In dat hevige noodweer is Theo der Kinderen, in zijn auto met kenteken N-37760, vanuit Nijmegen op weg naar huis in Haaren. Hij heeft dan net een maand zijn rijbewijs. Zijn auto is een nog zo goed als nieuwe Essex Terraplane die nog maar enkele duizenden kilometers gereden heeft. Rond half tien uur horen omwonenden een vreselijke slag en gekraak. Benieuwd naar de oorzaak snellen ze naar buiten en zien daar een auto die tegen een boom is verpletterd. Het kan overigens ook later die avond zijn geweest. Het tijdstip van de ontdekking van het vormeloze wrak loopt in verschillende kranten uiteen van half tien en even na tienen, via elf uur naar omstreeks twaalf uur. Ook over de ontdekkers van de vernielde wagen zijn de berichten niet eensluidend.
Naast omwonenden worden ook passerende automobilisten genoemd die de puinhoop als eersten zien in licht van hun auto-schijnwerpers. Hoe dan ook, in de wrakstukken wordt een met bloed besmeurde bestuurder gevonden. Omdat de N-37760 door klap tegen de boom hevig verwrongen is, lukt het niet het autoportier te openen en het slachtoffer te bevrijden. Burgemeester, politie en doktoren worden snel opgeroepen. Geneeskundige hulp baat echter niet meer; het slachtoffer is volgens de doktoren op slag gedood.
Omdat niemand het ongeluk heeft zien gebeuren wordt er flink over de mogelijke oorzaak gespeculeerd. Verblind door de zware regen en daardoor van de weg geraakt waardoor een defect aan de stuurinrichting ontstaat. Ook blikseminslag wordt als oorzaak genoemd, zo ook een lekke band die de auto onbestuurbaar maakt. De rijksveldwachter en de burgemeester laten als voorlopige oorzaak een slip optekenen. Door die slip wordt eerst een boom aan de rechterkant van de weg geraakt. De bestuurder verliest dan de macht over het stuur waardoor de auto over de weg slingert en daar aan de linkerkant weer een boom raakt waardoor de auto helemaal omslaat. Daarna smakt de wagen tegen een volgende boom die tot het midden van de wagen door dringt. De bestuurder is waarschijnlijk tussen stuur en zitplaats bekneld geraakt en met het hoofd tegen de voorruit geslagen. De stuurinrichting en versnelling zijn afgebroken en ruiten zijn versplinterd. Een brede stroom bloed heeft de kussens van de auto doordenkt en een grote plas gevormd op de bodem van de wagen. Oorzaak daarvan is waarschijnlijk een schedelbreuk en ernstige inwendige kwetsuren.
Met veel moeite wordt het stoffelijk overschot uit het verwrongen ijzer bevrijd en geïdentificeerd als de WelEerw. heer Th. der Kinderen. Deze Theodorus Antonius der Kinderen is 20 februari 1901 in Boxtel geboren en verliest al vroeg zijn ouders. In 1914 gaat hij naar het seminarie als voorbereiding op het priesterschap. Mei 1926 vindt die priesterwijding plaats in de Sint Jan in Den Bosch. Der Kinderen wordt daarna kapelaan in Lieshout en vervolgens in Vught. In 1933 wordt hij benoemd tot diocesaan aalmoezenier van de mannelijke jeugd en tot rector van de verkenners van Huize Gerra bij het Groot Seminarie in Haaren.
Op de fatale maandag bezoekt hij in de buurt van Nijmegen zeven bijeenkomsten van jeugdleiders en hij heeft dus die avond een drukke dag achter de rug. Vermoeidheid wordt echter niet als mogelijke oorzaak van zijn fatale collisie genoemd. Ook het feit dat hij pas één maand zijn rijbewijs in het kazuifel heeft en dus nog een onervaren automobilist is, wordt niet als rol vermeld.
De auto koopt Der Kinderen overigens met toestemming van zijn superieuren; hij heeft zijn wagen immers nodig voor zijn dienstreizen in verband met geven van cursussen voorjeugdleiders. Die auto wordt een nagenoeg nieuwe Essex Terraplane genoemd. Als het inderdaad een nagenoeg nieuwe is, dan is overigens het geen Essex, maar een Terraplane. Het merk Essex bestaat sinds 1933 niet meer.
Van zijn begrafenis op vrijdag 18 april wordt in diverse kranten uitgebreid verslag gedaan. Ook is er door de afdeling Den Bosch van het katholiek Filmfront een film van gemaakt. De belangstelling is zo groot dat er naderhand zelfs bidprentjes bijgedrukt moeten worden. Jeugdverenigingen krijgen van de bisschop toestemming om zich langs de weg van die rouwstoet van Haaren naar Vught op te stellen. Na de kerkdienst daar gaat de laatste reis naar de begraafplaats in Oirschot, waar Theo der Kinderen na de dood van zijn ouders bij een oom en tante opgroeit. Nog weken na het afscheid dragen katholieke verkenners rouwbanden en zijn al hun festiviteiten afgelast.
Bronnen onder andere: Provinciale Noordbrabantsche Courant 17, 20 en 21 april 1934, Nieuwe Tilburgsche Courant 18 april 1934 en De Tijd 18 april 1934
De titel van dit verhaal is een citaat van krantenkoppen uit de Provinciale Noordbrabantsche Courant van 20 en 21 april 1934
Reageer