Augustinus Gerardus van Dijck (1849-1920), afkomstig uit Breda, vestigt zich na zijn huwelijk met Marie J.J. Petit (1853-1893), als meester steenhouwer en handelaar in natuursteen aan de Stationsstraat in Bergen op Zoom. Het echtpaar krijgt 13 kinderen waarvan maar liefst zeven het vierde levensjaar niet halen. Bij het laatste kind sterft Marie Petit tien dagen na de geboorte.

De tweede zoon, Augustinus Franciscus Cornelius Marie van Dijck (1883-1960), gaat in 1899 bij zijn vader in de zaak werken. Naar het voorbeeld van zijn oudere broer Charles die in België een wegenbouwmaatschappij is begonnen, doet Augustinus dat in Bergen op Zoom ook. Aanvankelijk in 1906 voor eigen rekening, vanaf 1911 in de Fa Aug. van Dijck-Petit, een maatschap die zoon Augustinus met vader Augustinus opricht. Als vader in 1920 overlijdt zet zoon de zaken voorspoedig voort. Hij wordt een gekend ondernemer die in 1920 ook een succesvolle bouwmaterialenhandel opricht.

De firma wordt in 1931 de NV Aug. van Dijck-Petit. De wegenbouwmaatschappij maakt grote groei door wat ook tot behoefte aan grotere en meer huisvesting, en een uitdijend wagenpark leidt: tussen 1925 en 1950 worden maar liefst 39 kentekens [met dank aan Jan van Weert voor de correctie] aan de firma verstrekt.

Goed om te weten dat ook walsen een kenteken krijgen. In 1958 wordt de steenhouwerij opgeheven. Kleinzoon Augustinus Hubertus Johannes Maria van Dijck (1918-1974) komt in 1941 in de zaak en volgt zijn vader na diens overlijden in 1960 op. De groeimogelijkheden van de wegenbouwmaatschappij is door de concurrentie rond 1970 lastig te realiseren. In 1972 treedt het bedrijf toe tot NBM, Divisie Wegenbouw. Slechts anderhalf jaar later overlijdt kleinzoon Augustinus waardoor er geen Van Dijck meer in het wegenbouwbedrijf zit.

Bron: Jansen, A.W., Genealogie van de familie Van Dijck 1650-1980, 3e herziening Ulvenhout april 1983 en www.deautovanmnopa.nl (informatie kentekens).