De stoomauto van Frans Verbunt
Op het evenement "Oisterwijk Op Stoom" namen wij deel met onze White stoomauto type D uit 1904. Tijdens dit evenement werd ik aangesproken door een heer, die mij vroeg of ik wist of White stoomauto's ooit in Nederland werden verkocht en hadden gereden. Deze heer was Frans Kense. Ik zei hierop, dat ik het vermoeden had dat dit het geval is, maar dat mij geen auto's, eigenaren, foto's of andere documenten bekend waren waaruit dit kon blijken. Ik vervolgde met de opmerking dat mijn vermoeden gegrond was op het mij wel bekende gegeven, dat mij meerdere White stoomauto's bekend zijn die reden in Nederlands Indië en dat ik veronderstelde dat deze auto's wel door Nederlandse importeurs aan de klanten in Indië werden geleverd. Het boek "Kreta Setan" of de duivelswagen, waarvan wij een exemplaar bezitten, beschrijft de ontwikkeling van het automobilisme in de Oost en toont een aantal foto's van White auto's in Indië.
Frans Kense zei hierop, dat hij lid is van de CONAM, een groep automobiel historici, die regelmatig over de prille begindagen van het automobilisme publiceren. De CONAM heeft een website waarin je wat er nog bekend is over de "Rijksnummerlijst" kunt napluizen. De Rijksnummerlijst werd in 1898 begonnen en werd op een januari 1906 vervangen door het systeem van de provincienummers. Hij vroeg mij ons e-mailadres en zegde toe in zijn archieven en onder zijn contacten binnen de CONAM naar het voorkomen van White Auto's te zullen zoeken. Enkele dagen later kreeg ik een mail met onder andere een koppeling naar het spreadsheet van de Rijksnummerlijst en wat "hits" van zijn zoekwerk. Hij vond de importeur: Vanaf 1905 en t/m 1908 heeft de firma Goettsch uit Utrecht met de White stoomauto's op de RAI gestaan. En hij vond drie kentekens van White auto's, waarvan twee ook nog met foto en gegevens over eigenaar en gebruik van de auto. Over één van deze auto's gaat de rest van dit verhaaltje.
In het gemeentearchief bevond zich ooit een lijst met door het leger gevorderde auto's, midden 1914 bij de mobilisatie toen. Enkele namen van eigenaars met auto’s zijn bewaard gebleven. O.a. Frans Verbunt, wiens stoomauto in 1914 door het leger is gevorderd. Van de auto met het provincienummer N-330, verstrekt in maart 1906 aan Frans Verbunt, is onderstaand dubbelprent bewaard uit juli 1906. Dit is waarschijnlijk de auto die door het leger werd gevorderd en we moeten aannemen, dat deze auto daarna is gesloopt. Dat was overigens niet zijn eerste auto, want Frans behoorde tot de eerste automobilisten in Tilburg. Vóór de invoering van de provinciale kentekens reed hij al een Engelse stoomwagen (1898), een Benz met Rijksnummer 319 (1901) en een Rochet Petit met Rijksnummer 632 (1902).
Bij de foto hoort het volgende verhaal. Het is een stereofoto. Voor de gangbare stereoviewers moeten beide foto's samen een breedte hebben van 18 cm. De foto's tonen de White Model F stoomauto van de heer F.J.J.B. (Frans) Verbunt (1856-1922).
Frans Verbunt stamde uit een Tilburgse familie van handelaren in wijn en gedestilleerd. Maar in 1900 richtte hij een gloeilampenfabriek op onder de naam "Volt", die in 1920 werd opgenomen in het Philipsconcern, maar wel onder die naam bleef bestaan tot in de jaren zestig, toen Volt met 5.100 medewerkers de grootste werkgever was in Tilburg.
Op 14 juli 1907 haalde Frans Verbunt op een bijzondere manier de lokale pers als goede bekende van Prins Hendrik. Hij had net een paar maanden tevoren het kenteken N-330 ontvangen. Nu ondenkbaar, maar er bestonden diverse merken stoomauto’s. Niet met kolen als brandstof maar met vloeibare brandstof, in dit geval gewone benzine. De stoomauto’s waren nauwelijks hoorbaar in tegenstelling tot de meer gebruikelijke auto's met benzinemotoren die een enorme herrie maakten. Om de auto op stoom te krijgen duurde minder dan tien minuten, maar met de gebruikelijke chauffeur was dat geen punt.
Frans Verbunt stelde die dag zijn auto ter beschikking van Prins Hendrik, die op die dag de ontginning van het landgoed Utrecht bezocht. Aan het eind van de dag volgde een bezoek van Prins Hendrik aan de Nieuwe Koninklijke Harmonie, waarvan hij beschermheer was.
Op de foto zien wij de White staan voor de gevel van "De Harmonie" Dit gebouw bestaat nog steeds en is de Sociëteit van Tilburg. De auto is een Model F. Dit is het model voor het jaar 1906, dat echter al vanaf vroeg in 1905 op de markt kwam. Het model F was de eerste White waarbij de rookgasuitlaat naar onderen was gericht, waardoor de grotere side entrance carrosserieën mogelijk werden. Model F had net als alle White stoomauto's vanaf 1903 een tweecilinder compound stoommachine. In het geval van de Model F had deze machine een vermogen van 18 PK.
Er heerst wat opwinding tussen de auto en de deur van de sociëteit en het publiek wordt op eerbiedige afstand gehouden van het gebeuren. Ook de serveersters van de sociëteit kijken nieuwsgierig door de ramen naar buiten. De heer die het dichtst bij de auto staat is waarschijnlijk een portier, die voor Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik Van Mecklenburg-Schwerin, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina, de deur openhoudt. De personen die de sociëteit verlaten zijn gekleed in lange jassen, wat bij ritten in een open auto over stoffige wegen geen overbodige luxe was De persoon, die reeds achter het stuur heeft plaatsgenomen zou Frans Verbunt kunnen zijn, maar denkbaar is dat Frans Verbunt voor deze gelegenheid een chauffeur in dienst had. Het rijden van een stoomauto vraagt wat voorbereiding en een eigenaar van zo een auto die een zo belangrijke gast wil entertainen wil zich niet met dit soort storende activiteiten bezighouden.
Jammer genoeg hebben de foto's wat van de tand destijds geleden en zijn er wat barsten en verkleuringen in de emulsie te zien. Toch geeft de foto een goed stereobeeld van deze bijzondere gebeurtenis.
Noot van de redactie
Dit verhaal van Arnoud Carp verscheen eerder in het tijdschrift van de Stoomwalsenclub "op Stoom". Frans Kense heeft mede aan de wieg gestaan van De auto van m'n opa. Helaas is hij in 2017 overleden.
Reageer