Auto's voor het Rode Kruis
In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.
Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen.
Bern. Krijbolder heeft zijn auto tijdens de bezetting voor de Duitsers verborgen weten te houden, maar na de bevrijding aangeboden aan het Rode Kruis. Dit met de afspraak, dat hij hem zelf mag gebruiken voor zijn bedrijf als het Rode Kruis hem niet nodig heeft. De paar keer dat hij om zijn auto vroeg werd hem die geweigerd en dat heeft hij geaccepteerd. Maar op 22 april 1945 protesteert hij bij de Districts Militair Commissaris (DMC) in 's-Hertogenbosch en bij de Rijksverkeersinspectie. Zijn auto is gebruikt om wielrenners naar België te brengen, en dat is niet de afspraak. Hij wil zijn auto terug!
De DMC vraagt bij de Rijksverkeersinspectie na wat er aan de hand is. Uit het antwoord blijkt dat de wielrenners mee zijn genomen tijdens een rit die toch gemaakt zou zijn. Maar dit zal in de toekomst worden nagelaten, is de belofte. Krijbolder krijgt zijn auto niet terug: hij komt toch niet in aanmerking voor een rijvergunning. En die heb je in die dagen nodig om je auto te mogen gebruiken.
Een andere auto waar het Rode Kruis over kan beschikken is die van "de Heer de Gouw uit Drunen". Die is blijkbaar samengesteld uit onderdelen van andere auto's en niet erg bedrijfszeker. Het Rode Kruis wil hem dan ook niet op zijn naam geregistreerd hebben. Zodra hij in orde is en ook de registratie compleet is - op kosten van De Gouw - kan hij dan tegen een kilometervergoeding worden gebruikt door het Rode Kruis, de Hulpactie Rode Kruis (H.A.R.K.) en de Repatriëring. Het Rode Kruis vraagt de DMC akkoord te gaan met de registratie van de auto. "Afgedaan. Accoord," staat er met pen op de brief geschreven.
Nu zijn er in 1945 twee kentekenhouders in Drunen die De Gouw heten: C.A. de Gouw (N-23973) en R. de Gouw (N-38405). Over die laatste is nog een brief te vinden in het archief van de DMC in Den Bosch, dus vermoedelijk gaat het om zijn Opel bestelwagen van het bouwjaar 1938.
Het Rode Kruis in Den Bosch had zelf twee kentekens.
Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 471, scans 422, 396 en 581
Reageer