Philips beroofd van zijn auto's
Verzoek om een auto
Tijdens de Tweede Wereldoorlog staat de fabriek van Philips onder leiding van de relatief onervaren Frits Philips, de rest van de familie is naar de Verenigde Staten gevlucht. In augustus 1944 trachtten de Duitsers Frits gevangen te nemen, zo schrijft hij op 3 augustus 1945 aan Districts Militair Commissaris Nienhuis in Winschoten. Hij weet zelf onder te duiken in Amsterdam, maar ze nemen wel zijn Austin en zijn Mercedes in beslag. En toen hij na de bevrijding terugkwam in Eindhoven bleek ook de Buick, die verborgen was gehouden in de oorlog, in gebruik te zijn genomen door het Militair Gezag. En die laat hij daar, "gezien het groote benzine- en olieverbruik", ook graag.
Maar intussen kan hij toch niet zonder auto. Hij moet als directeur een fabriek met 20.000 werknemers weer op gang zien te krijgen en moet daarvoor veel reizen. De afstand tot zijn werk is al een kleine 10 kilometer. Andere auto's heeft Philips ook niet meer ter berschikking: die zijn meegenomen door de Duitsers.
Philips wil, kortom, hulp om over een auto te kunnen beschikken. Of zijn verzoek geholpen heeft is (nog) niet duidelijk. Het stempel onderaan de brief geeft wel aan dat de brief in behandeling genomen, maar achter "beantwoord met volgnr." staat alleen een streep. op 30 augustus 1945 is de brief ter opberging naar het archief gegaan.
Helaas weten we de kentekens van de genoemde auto's niet.
Bron: Groninger Archieven, toegang 67 Militair Gezag; DMC Winschoten, 1945, inventarisnummer 83, Ontvangen brieven inzake aanvragen voor auto's en motoren, alsmede het vervoer per auto, 1945.
Met dank aan Albert Koops voor de toezending van de scan.
Frederik Jacques (Frits) Philips had inderdaad drie kentekens op zijn naam staan: N-4327, N-4523 en N-28480. Is helaas geen beeldmateriaal van.
Jammer genoeg niet, nee. Maar goed sdat je de nummers erbij hebt gevonden!
Reageer