Dokter zonder vervoer
Geneesheer-directeur van het GZG krijgt zijn auto terug
In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.
Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen.
Dr. Karel Lamers, internist en geneesheer-directeur van het Groot Ziekengasthuis, heeft zijn motorfiets en zijn auto uit handen weten te houden van de Duitsers. De auto heeft hij eerst ter beschikking gesteld van de ondergrondse en daarna tot 5 december 1944 aan het hoofd Verbindingsdienst van het Militair Gezag, Th. Keuning. De motor heeft hij ter beschikking gesteld van de arts Verlinden, die een grote stadspraktijk heeft. De auto blijkt echter, tegen de afspraken in, gereden te worden door Districts Militaire Commissaris in 's-Hertogenbosch (DMC), C. Thomas, die hem niet terug wil geven voordat hij een andere auto heeft. Wel heeft hij en accu voor de ambulance van het ziekenhuis beschikbaar gesteld. En in de tussentijd heeft dr. Lamers al driemaal mis gegrepen op zijn auto voor het uitvoeren van zijn geneeskundige werk. Kortom: hij wil zijn auto per direct terug, schrijft hij op 7 december 1944 aan de Provinciale Militaire Commissaris in Noord-Brabant (PMC). Op 19 december 1944 draagt PMC ir. De van der Schueren zijn DMC op om de auto terug te geven.
Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 258, scans 362, 364, 372, 373 en 374
Reageer