Aanvullende informatie

Foto 1

Van Kol deed graag mee aan langeafstandsritten. Deze foto is vlak na de afloop van de Sterrit 1914 van de NMV genomen. Van Kol reed die met zijn Saroléa van rond 1913. Bron: Het Motorrijwiel in Nederland - een merkenhistorie tot 1940, uitgave van de Veteraan Motoren Club, 1996.

Blijkbaar inspireerde Van Kol, gezien deze advertentie in de Revue der Sporten 9 (1916), nr. 52 (6 september). (Met dank aan Albert Koops).

Foto 2

De motor figureert ook in een advertentie de Revue der Sporten van 6 september 1916.

Foto 3

In april 1916 reed W. van Kol mee in de motorwedstrijd de Brabantsche 100 K.M. Rit. Hij staat vermeld als winnaar van de tweede prijs in Klasse C.

Bron: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant, 7 april 1916

Met dank aan Paul Vlemmings voor de tip.

Foto's 4 t/m 6

Rechts op foto 4 Willem van Kol, die samen met zijn twee "Vulkaan" rijders Frans Janssen (P-273) en Jac. Fonck  (met kap) strafpuntloos de zware 24-uurs  winterrit uitreed in februari 1915. Vulkaan maakte er in zijn advertentie gretig gebruik van. Links op foto 4 is ook het kenteken D-33 van Henderikus Dieters uit Assen te zien.

Bron: Het Motorrijwiel van 19 febr 1915

Ruud van Bijnen

Foto 7

"Op Hemelvaartsdag (21 mei) 1914 wordt er een Sterrit naar Groningen georganiseerd. "De Sterrit houdt in dat iedere deelnemer vanuit zijn woonplaats via een door hemzelf te kiezen route naar hotel Voorveld in Groningen moet rijden. De route moet minstens 280 km lang zijn en die route moet tevoren per post aan de organisatie worden opgegeven. De gemiddeld te rijden snelheid is minimaal 40 km per uur. 48 rijders hebben zich ingeschreven, 42 starten, 21 komen aan binnen de vastgestelde controletijd en 10 daarna. Elf rijders hebben dus Groningen nooit gehaald…," schrijft Ruud van Bijnen in zijn artikel Een Limburgse kampioen: de motorjaren van Frans Janssen, 1912-1922 op de website van de Conam. Wie de eindstreep wel haalde was W. van Kol op zijn 3,5 PK Saroléa. Hij behaalde de tweede prijs.

Met dank aan Jan van Weert voor de tip.