Aanvullende informatie

In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.

Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen.

Autobezitters moesten hun voertuig laten registreren. En daarvoor moesten formulieren worden ingevuld. Op 17 maart 1945 schrijft G. Groot-Bruinderink, hoofd van Sectie VII, afdeling Transport van het District 's-Hertogenbosch een brief aan de burgemeester van Waalwijk, waarin hij aangeeft dat diverse inwoners van Waalwijk hun formulieren niet hebben ingeleverd. Die werden via de gemeente naar het MG gestuurd. De burgemeester antwoordt, dat zijn ambtenaren de lijst hebben ingestuurd en hij dus niet kan nagaan wie zijn formulieren niet heeft ingeleverd. Maar van het Roode Kruis weet hij dat de personen die de formulieren in bezit hebben voorlopig nog in het Noorden van Nederland verblijven.

Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 471, scans 88, 423 en 424