N-55391
H.W.Joh.M. Trines
Ginnekenweg 98 Breda verstrekt 1939
Aanvullende informatie
In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.
Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen.
In het archief van de Provinciale Militaire Commissaris in Noord-Brabant (PMC) zit een afschrift van een brief van de PMC zelf, Jan B.G.M. ridder De van der Schueren (1899-1990) aan de Districts Militaire Commissaris (DMC) in Breda, geschreven op 9 januari 1945. Daarin dringt hij erop aan, dat Trines, die inspecteur van de Volksgezondheid in Breda is, voor zijn werk absoluut zijn auto nodig heeft. Zeker nu er een tyfusepidemie dreigt moet hij het drinkwater kunnen controleren. Als bijlage zit er een brief van Trines aan zijn meerdere bij, waarin hij aangeeft dat hij eerst geen benzine voor zijn auto kreeg en toen dat - na veel dreigen - wel het geval was... werd zijn auto gevorderd door de DMC van Breda. Hij zal zijn werkzaamheden staken, schrijft hij, omdat hij zo geen verantwoordelijkheid voor de uitoefening van zijn ambt kan nemen en tevens geen vergaderingen buiten Breda kan bijwonen.
Zou hij zijn auto hebben teruggekregen?
Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 258, scans 391 en 392
Reageer