Het betreft waarschijnlijk een kenteken van een motor. De eerste uitgifte was op naam van Theodorus van Honsewijk (1791-1885) die het vervoermiddel zal hebben nagelaten aan zijn kleinzoon Johannes Theodorus Ignatius Hubertus van Honsewijk (1881-1967) die op dat moment echter nog maar 4 jaar oud was.
Later, toen hij zijn rijbewijs gehaald had, is van deze kleinzoon uit overlevering bekend dat hij in zijn vrije tijd op z'n motorfiets van het merk Indian graag door het Altenase land toerde. Maar hij was ook een autofanaat. Zo haalde hij voor zijn vriend Piet Nefkens, een garagist die zelf auto's importeerde, regelmatig automobielen op in Frankrijk bij de Peugeot-fabriek. In november 1928 was Johan van Honsewijk in Oosteind betrokken bij een ernstig motorongeluk. Hij botste aldaar achterop een links afslaande kar met paard, waarbij Van Honsewijk en zijn duopassagier Joosen uit Waspik onder het dier terecht kwamen. Beiden raakten bij de val bewusteloos en met name de toestand van Van Honsewijk liet zich door de opgetrommelde artsen dermate ernstig aanzien dat hem door een toevallig passerende pater het H. Oliesel werd toegediend. Hij werd met de ambulance naar het ziekenhuis in Breda vervoerd. En hoewel hij uiteindelijk weer herstelde, bleef hij toch last houden van zijn been waardoor hij voortaan enigszins mank liep.
Het lijkt me dat het nummerbewijs is uitgegeven aan de kleinzoon gezien het jaartal van overlijden van opa Theodorus :-)
Dat klopt Ruud, echter het heeft voordien op naam gestaan van zijn grootvader T.W. van Honsewijk. Kennelijk werden er dus vóór 1906 ook al N nummers afgegeven, anders kan ik de eerdere vermelding van T.W. voor dit nummer niet verklaren.
Ton, maar die grootvader is toch al in 1885 overleden? Toen reden er toch nog geen auto's of motoren? Het is overigens een historisch gegeven dat pas in januari 1906 de eerste N-nummers zijn uitgereikt.
Volgens het nummerbewijzenregister van de ANWB is het nummer N-377 uitgegeven aan J.T.I.H. van Honsewijk. Het nummer N-1 is afgegeven op 2 januari 1906, nummer N-739 op 23 december 1907, zodat vaststaat dat N-377 is uitgegeven tussen die 2 data. Ik denk dat er een fout in de database zit. We zoeken het uit.
Allereerst over de heer J.H.T.I. van Honsewijk. Geboren in 1881 in Dussen verhuist hij eind 1935 naar Tilburg.
Bij de landelijke auto-registraties t/m 1905 staat hij niet vermeld.
Wel in de beschikbare provinciale registers:
Per 20-7-1908, als:
Honsewijk, Johannes Theodorus Ignatius Hubertus van; Dussen
Per 1-4-1914 & 1-11-1920, als:
Honsewijk, J.T.I.H. van; Dussen
Per 1 januari 1906 werden de verplichte provinciale kentekens ingevoerd voor alle auto’s en motorrijwielen. In Brabant waren er op 1 april 2006 in Brabant al 396 N-nummers verstrekt. Deels voor de populaire motorrijwielen, die nu pas voor het eerst geregistreerd moesten worden.
Veel van de auto’s toen waren voor recreatief gebruik. Om daarmee op rijkswegen te mogen rijden moest de auto landelijk geregistreerd zijn. Maar rijkswegen waren er weinig in Brabant en alle bestemmingen waren te bereiken via provinciale wegen. Dus waarom onnodig belasting betalen?
In Brabant reden er daarom in 1905 veel ongeregistreerde auto’s rond die pas in 1906 geregistreerd werden.
Het kenteken N-377 zal dus in maart 1906 zijn verstrekt en zal “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” zijn verstrekt voor een voertuig dat al langer, mogelijk al jaren ongeregistreerd, in gebruik was.
Het betreft waarschijnlijk een kenteken van een motor. De eerste uitgifte was op naam van Theodorus van Honsewijk (1791-1885) die het vervoermiddel zal hebben nagelaten aan zijn kleinzoon Johannes Theodorus Ignatius Hubertus van Honsewijk (1881-1967) die op dat moment echter nog maar 4 jaar oud was.
Later, toen hij zijn rijbewijs gehaald had, is van deze kleinzoon uit overlevering bekend dat hij in zijn vrije tijd op z'n motorfiets van het merk Indian graag door het Altenase land toerde. Maar hij was ook een autofanaat. Zo haalde hij voor zijn vriend Piet Nefkens, een garagist die zelf auto's importeerde, regelmatig automobielen op in Frankrijk bij de Peugeot-fabriek. In november 1928 was Johan van Honsewijk in Oosteind betrokken bij een ernstig motorongeluk. Hij botste aldaar achterop een links afslaande kar met paard, waarbij Van Honsewijk en zijn duopassagier Joosen uit Waspik onder het dier terecht kwamen. Beiden raakten bij de val bewusteloos en met name de toestand van Van Honsewijk liet zich door de opgetrommelde artsen dermate ernstig aanzien dat hem door een toevallig passerende pater het H. Oliesel werd toegediend. Hij werd met de ambulance naar het ziekenhuis in Breda vervoerd. En hoewel hij uiteindelijk weer herstelde, bleef hij toch last houden van zijn been waardoor hij voortaan enigszins mank liep.
Het lijkt me dat het nummerbewijs is uitgegeven aan de kleinzoon gezien het jaartal van overlijden van opa Theodorus :-)
Dat klopt Ruud, echter het heeft voordien op naam gestaan van zijn grootvader T.W. van Honsewijk. Kennelijk werden er dus vóór 1906 ook al N nummers afgegeven, anders kan ik de eerdere vermelding van T.W. voor dit nummer niet verklaren.
Ton, maar die grootvader is toch al in 1885 overleden? Toen reden er toch nog geen auto's of motoren? Het is overigens een historisch gegeven dat pas in januari 1906 de eerste N-nummers zijn uitgereikt.
Volgens het nummerbewijzenregister van de ANWB is het nummer N-377 uitgegeven aan J.T.I.H. van Honsewijk. Het nummer N-1 is afgegeven op 2 januari 1906, nummer N-739 op 23 december 1907, zodat vaststaat dat N-377 is uitgegeven tussen die 2 data. Ik denk dat er een fout in de database zit. We zoeken het uit.
Allereerst over de heer J.H.T.I. van Honsewijk. Geboren in 1881 in Dussen verhuist hij eind 1935 naar Tilburg.
Bij de landelijke auto-registraties t/m 1905 staat hij niet vermeld.
Wel in de beschikbare provinciale registers:
Per 20-7-1908, als:
Honsewijk, Johannes Theodorus Ignatius Hubertus van; Dussen
Per 1-4-1914 & 1-11-1920, als:
Honsewijk, J.T.I.H. van; Dussen
Per 1 januari 1906 werden de verplichte provinciale kentekens ingevoerd voor alle auto’s en motorrijwielen. In Brabant waren er op 1 april 2006 in Brabant al 396 N-nummers verstrekt. Deels voor de populaire motorrijwielen, die nu pas voor het eerst geregistreerd moesten worden.
Veel van de auto’s toen waren voor recreatief gebruik. Om daarmee op rijkswegen te mogen rijden moest de auto landelijk geregistreerd zijn. Maar rijkswegen waren er weinig in Brabant en alle bestemmingen waren te bereiken via provinciale wegen. Dus waarom onnodig belasting betalen?
In Brabant reden er daarom in 1905 veel ongeregistreerde auto’s rond die pas in 1906 geregistreerd werden.
Het kenteken N-377 zal dus in maart 1906 zijn verstrekt en zal “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” zijn verstrekt voor een voertuig dat al langer, mogelijk al jaren ongeregistreerd, in gebruik was.
Reageer