Aanvullende informatie

In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.

Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen.

Bij brief van 20 februari 1945 doet A. Hilbrink zijn beklag bij de Provinciale Militaire Commissaris in Noord-Brabant (PMC). Hij heeft gedurende de bezetting zijn viercilinder Ariel uit 1936 laten onderduiken in Hintham. Toen Hintham werd bevrijd hebben de Binnenlandse Strijdkrachten hem echter meegenomen, zonder daarvoor toestemming te vragen of een vorderingsbewijs af te geven. Er ontbraken een paar onderdelen en Hilbrink kreeg zijn motorfiets door bemiddeling van het Militair Gezag weer terug. Maar na een paar weken werd hij gevorderd door de Rijksverkeersinspectie en opnieuw afgestaan aan de Binnenlandse Strijdkrachten. Ondanks herhaalde beloften heeft hij de papieren nog steeds niet ontvangen. Hij vraagt de PMC om hem te helpen. Uit een aantekening op de brief blijkt dat die ter afhandeling is doorgestuurd naar de commandant van de BS in Noord-Brabant.

Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 258, scans 227 en 228