Koopman Jan Carel Pilaar (1876-1940) is ca. 1908 naar Goes verhuisd, waar hij op 24 juni van dat jaar kenteken K-311 toegewezen kreeg voor zijn motorfiets. Pilaar had familie in Zeeland en kwam daar ook in zijn Teteringse periode geregeld. In de tijd vóór de provinciale kentekens voerde hij vanaf 29 september 1905 het Zeeuwse kenteken Z596, waarmee hij over de Zeeuwse wegen mocht rijden (ongetwijfeld naast een nationaal kenteken).

Dat laatste hoeft niet per se, Bob. Je had alleen een rijksnummer nodig als je op rijkswegen reed en voor het rijden met een motorfiets zelfs dan niet. Eigen provinciale kentekens kende Brabant niet, voor 1906. Er zijn in 1901 wel plannen geweest om provinciale 'automobilistenbelasting' te gaan heffen, maar gezien de slechte staat van de wegen in onze provincie rees daar fel protest tegen. Het provinciebestuur heeft er vervolgens maar vanaf gezien. Meer hierover kun je lezen in het verhaal De eerste automobilisten in Brabant, onderdeel van een ander thema: Automobilisten voor 1906.