Aanvullende informatie

Bij vordering van auto's in de Tweede Wereldoorlog denken we meestal aan de Duitse bezetter. Toch waren zij niet de enige. De Dodge uit 1938 van P. v.d. Hurk werd op 11 november 1944 gevorderd door het Militair Gezag. Eersel was toen al bevrijd, maar het duurde nog tot het volgende voorjaar voor dat voor heel Nederland gold. De Stoottroepen van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten hadden  behoefte aan vervoermiddelen en daarom moest de auto worden afgegeven.

Zijn auto kreeg Van den Hurk, ondanks zijn verzoek daartoe, niet meer terug. In plaats daarvan ontving hij een schadevergoeding van 1796,85 gulden. Dat bedrag werd vastgesteld door het Centraal Bureau Vergoeding Militaire Invorderingen. Het duurde nog tot 1947 voordat die werd uitgekeerd.

Bron: Frans Teunis, Vorderen van roerend goed in oorlogstijd, in: De Rosdoek 177 (maart 2021), blz. 12-17. Uitgave Heemkundige Studiekring De Acht Zaligheden