Izaak Johannes Joppe (1878-1926). Geboren te Steenbergen, overleden te Stompwijk. Hij kwam vóór de invoering van de provinciale kentekens nogal eens in Zeeland, reden waarvoor hij voor zijn motorrijwiel een Zeeuwse vergunning aanvroeg, en kreeg: op 4-3-1904 ontving hij kenteken Z334 (bij mijn weten is er geen Rijksnummer van hem bekend).
Een rijksnummer was ook niet nodig voor een motorfiets, Bob. Die waren alleen voor auto's van meer dan 150 kilo. En dan nog alleen als je ermee op rijkswegen reed. Om de inleiding op het thema (Brabantse) automobilisten vóór 1906 te citeren: ook automobilisten die enkel gebruik maakten van provinciale en gemeentelijke wegen hoefden hun wagens niet te laten registreren; de vereiste vergunning gold immers alleen voor het rijden op de rijkswegen. Dat netwerk van lokale en regionale wegen was weliswaar zeer uitgebreid, maar ook van bijzonder slechte kwaliteit. Als in 1901 het Brabantse provinciebestuur oppert om een ‘automobilistenbelasting’ te gaan heffen, reageert de ANWB furieus: ‘Brabant is met zijn wegen en voetpaden de meest achterlijke provincie van het Rijk’ (Nieuws van de Dag 12-11-1901).
Izaak Johannes Joppe (1878-1926). Geboren te Steenbergen, overleden te Stompwijk. Hij kwam vóór de invoering van de provinciale kentekens nogal eens in Zeeland, reden waarvoor hij voor zijn motorrijwiel een Zeeuwse vergunning aanvroeg, en kreeg: op 4-3-1904 ontving hij kenteken Z334 (bij mijn weten is er geen Rijksnummer van hem bekend).
Een rijksnummer was ook niet nodig voor een motorfiets, Bob. Die waren alleen voor auto's van meer dan 150 kilo. En dan nog alleen als je ermee op rijkswegen reed. Om de inleiding op het thema (Brabantse) automobilisten vóór 1906 te citeren: ook automobilisten die enkel gebruik maakten van provinciale en gemeentelijke wegen hoefden hun wagens niet te laten registreren; de vereiste vergunning gold immers alleen voor het rijden op de rijkswegen. Dat netwerk van lokale en regionale wegen was weliswaar zeer uitgebreid, maar ook van bijzonder slechte kwaliteit. Als in 1901 het Brabantse provinciebestuur oppert om een ‘automobilistenbelasting’ te gaan heffen, reageert de ANWB furieus: ‘Brabant is met zijn wegen en voetpaden de meest achterlijke provincie van het Rijk’ (Nieuws van de Dag 12-11-1901).
Reageer