N-18760
M. Marijnissen
Oranjeplein 4 Breda verstrekt 1927
Aanvullende informatie
In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.
Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen. Maar auto's werden ook gevorderd.
Zoals de Hudson van de Bredase grossier Marijnissen. Om zijn auto te mogen rijden had hij een rijvergunning, waarmee hij zijn auto met aanhanger voor zijn bedrijf mocht gebruiken. Niettemin werd de auto in de avond van zondag 7 januari 1945 gevorderd door de Stoottroepen van de Binnenlandse Strijdkrachten. Dat schrijft de vorderingsinspecteur op 12 januari in zijn verslag, dat hij instuurde aan de Provinciale Militaire Commissaris in Noord-Brabant (PMC). De vordering is niet helemaal verlopen zoals het hoort, blijkt uit het vervolg. Op 20 februari schrijft de Commandant van het III Bataljon Stoottroepen, dat er geen bestelwagen gevorderd is, zoals het rapport stelt, maar een personenauto, "in overeenstemming met het Militair Gezag." Dat leidt tot verder onderzoek, waaruit blijkt, dat Marijnissen zijn auto onder protest heeft meegegeven en daarvoor geen vorderingsbewijs heeft ontvangen. De vordering lijkt te zijn ingegeven door een oud-medewerkster van Marijnissen, die wegens haar omgang met de Duitsers was ontslagen en nu via de Stoottroepen wraak nam.
Bron: Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 258, scans 377, 378, 379, 380, 617
Reageer