De eerste auto in Uden
Ik vermoed al tientallen jaren dat eerdere publicaties over de oudste auto in Uden niet de juiste gegevens vermelden. Geïnspireerd door de lancering van deze website heb ik me na al die jaren toch maar eens gewaagd aan een nieuw onderzoek.
J. Sluijters schrijft in zijn fotoboek Uden in oude ansichten de eerste auto in Uden toe aan Alphons Spierings, muziekleraar, employé van de Hanzebank en sedert 1924 kassier van de Boerenleenbank in Uden. Jan Bakker schrijft in Sprokkelingen nr. 5 van december 1988 in zijn artikel De eerste auto in Uden … over een eerdere eerste automobiel in Uden. Hij verhaalt o.a. over een briefwisseling tussen Jos. J.F. (Sjef) Schoenmakers, mededirecteur van de kunstmestfabriek van Coenen & Schoenmakers. en de autohandelaar B.A. Jansen te ’s-Hertogenbosch in de jaren 1901-1902. In de voorgevel van de woning van Schoenmakers aan de Prior van Milstraat staat het jaartal 1892 en boven de garage het jaartal 1902. Het onderkomen van de, waarschijnlijk, eerste Udense auto staat er dus nog steeds. Op 21 november 1901 levert Jansen een blauwe “voiture Corre” met een De Dion-Bouton motor. Daarmee is zeker dat de automobiel met het provinciale nummer N-440 van Alphons Spierings niet de eerste in Uden is geweest. Maar is de Corre uit 1901 daadwerkelijk de eerste automobiel in Uden, zoals deze website in navolging van Jan Bakker stelt? Mij stond al jaren voor de geest, dat de eerste auto een De Dion Bouton vis-a-vis zou zijn geweest.
Uit de Lijst van volgnummers der vergunningen voor het berijden van rijkswegen (1898 – 1905) blijkt, dat rijksnummer 563 op 1 februari 1902 wordt uitgegeven aan Jos. J.F. Schoenmakers te Uden. Nummer 749 wordt op 22 juli 1902 uitgegeven aan A.J.M. Spierings te ’s-Hertogenbosch. In 1903 wordt ook nummer 922 aan hem toebedeeld. Spierings woont vanaf 1899 afwisselend in Uden en zijn geboortestad Den Bosch. Schoenmakers is hierdoor de enige Udenaar op deze lijst.
Sjef Schoenmakers heeft als eerste een vergunning gekregen en dus mogen we de conclusie trekken dat hij de eerste Udenaar is met een eigen automobiel. Sjef Schoenmakers blijft ongehuwd en in 1899 nemen zijn vier ongehuwde zussen eveneens intrek in de majestueuze villa aan de Stationsweg. Na het nodige speurwerk vond ik in het gedenkboek Zeventig jaar Coenen & Schoenmakers, Veghel 1882-1952 van Paul Huf bij het jaar 1898: “Niet minder opzienbarend en de rustieke rust-en-veiligheid van Uden en omgeving ernstig bedreigend, was de zegge en schrijve één-cylinder De Dion-Bouton model 1898 – dieje Schoenmaokers hèt nou Jandorie ’n rijtuig-zonder-péérd! – waarmee men de afnemers en zakenrelaties in de omtrek gemakkelijker kon bezoeken, mits dit vehikel geen kuren vertoonde.” De vergunning heeft hij pas in 1902 gekregen, maar die was ook alleen nodig wanneer er met de auto op rijkswegen werd gereden. Hiermee lijkt dus voor mij op dit moment aan alle onzekerheid omtrent de eerste automobiel in Uden een eind gekomen.
Sjef Schoenmakers is overleden in 1915. Zijn vier zussen, in Uden bekend als de Dames Schoenmakers, kunnen niet zonder de luxe van een eigen auto. In 1916 is een nieuwe gesloten luxe wagen aangeschaft; het oude kenteken N-205 blijft gehandhaafd en is op naam gezet van Hendrika, de oudste van de vier. Francis Sondag uit Wamel wordt aangesteld als chauffeur en tuinman. Samen met zijn kersverse bruid betrekt hij in 1916 het huis rechts naast de villa in de Stationsweg.
Dit artikel is een redactionele bewerking van het artikel van Luciën Bressers in het tijdschrift Sprokkelingen jaargang 29 (2015) nr. 113.
Reageer