Tilburg was in het begin van de 20ste eeuw verreweg de grootste stad van Brabant, met maar liefst 34.000 inwoners. Ter vergelijking: Eindhoven was in 1900 nog maar een boerendorp met nog geen 5.000 zielen.

De bloei van Tilburg was uiteraard te danken aan de textielindustrie, waar ongeveer de helft van de bevolking werkzaam was. Textielfabrikanten vormden dan ook de superrijke bovenlaag van de stad en dat wilden ze tonen ook. Niet voor niets was de eerste autobezitter in Nederland een Tilburgse wolfabrikant!

Op de foto zien we Bart Brands, eigenaar van de wolfabriek W. Brands en Zonen, in zijn zojuist aangeschafte Darracq [correctie: La Minerve HH; zie reactie bij N-142. Redactie]. De exacte prijs van dit type is niet bekend, de goedkopere  modellen kostten 4-5.000 gulden, de duurdere Darracqs konden oplopen tot 10.000 gulden, twintig keer het jaarsalaris van een textielarbeider.

Voor Bart Brands vormde de aanschaf financieel geen enkel probleem: afgaande op de belastingaanslag uit 1904 was hij toen de op één na rijkste Tilburger met een geschat jaarlijks inkomen van 36.000 gulden (omgerekend naar de huidige waarde, bijna een half miljoen Euro).

Toch was Brands heel trots op zijn aankoop: hij  liet zich met zijn gezin in de auto fotograferen in de tuin achter zijn woning in de Heuvelstraat. Van de foto werden ansichtkaarten gemaakt, ook toen was het een kwestie van zien en gezien worden.